Datum:
07 maart 2024
Leestijd:
4 minuten

De transitie naar flexibel betaalbaar onderwijs

Deze blog is gebaseerd op het verhaal van Your Next Concepts op het kennisdeelevenement op 27 februari 2024.

De positie van het bekostigde onderwijs staat onder druk. ROC’s, hogescholen en universiteiten zullen de manier van het onderwijs aanbieden, organiseren en toetsing moeten aanpassen om het onderwijs relevant en betaalbaar te houden. Er is een transitie in het onderwijs nodig en daar moeten wij op korte termijn mee beginnen. 

In deze blog lees je de redenen waarom wij zien dat het bekostigde onderwijs onder druk staat, de drijfveren voor de transitie en twee uitwerkingen van vraagstukken waar onderwijsinstellingen concreet mee aan de slag kunnen.

Waarom staat het onderwijs onder druk?

Met veel universiteiten die in de top 100 van universiteiten wereldwijd scoren en een hoge aantrekkingskracht hebben van internationale studenten, lijkt er met het Nederlandse onderwijs niks aan de hand. Wie echter iets verder vooruit kijkt, ziet dat er veel gaande is in het onderwijs:

1. Afname studentenaantallen: Als wij naar de demografische ontwikkelingen kijken in Nederland dan nemen de studentenaantallen de komende jaren (met name in het HBO en MBO) af. Dit effect is in de recente jaren deels beperkt door de grotere instroom van internationale studenten. Mede door de huidige maatschappelijke trend om internationale instroom af te remmen zullen de studentenaantallen stabiliseren en zelfs dalen. Het Nederlandse bekostigingsstelsel is gebaseerd op aantallen studenten en dus zullen de instellingen moeten gaan bezuinigen (1).

Studentenaantallen

2. De verwachtingen van nieuwe studenten zijn anders dan die van de studenten uit het verleden. De nieuwe standaard wordt gezet door bijvoorbeeld de ervaringen die studenten hebben in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld:

  • Vandaag besteld morgen in huis bij webwinkels
  • De goede gebruikerservaring bij social media 
  • De flexibiliteit van commerciële onderwijsaanbieders. 

Er zijn hoge standaarden ontwikkeld op het gebied van gebruikersgemak en integreerbaarheid omdat deze worden geoptimaliseerd gericht op de specifieke gebruiker. Dit maakt het bijvoorbeeld lastig om nog uit te leggen dat wanneer je een vak niet haalt, je deze pas een jaar later over kunt doen.

3. Nieuwe rol als instelling: De veranderende vraag vanuit de maatschappij vraagt om meer flexibiliteit van werkenden zodat ze zich aan kunnen passen op het veranderende beroepsveld. Dat betekent dat omscholing en bijscholing constant nodig is. Om dit te faciliteren ziet de overheid veel mogelijkheden in de bestaande infrastructuur (ROC’s, Hogescholen en Universiteiten). Vanuit de overheid worden alle instellingen daarom gestimuleerd om meer te doen op het gebied van LLO (Leven Lang Ontwikkelen) (2). Dit wil zeggen dat zij onderwijs moeten aanbieden aan nieuwe doelgroepen (werkenden) en de “concurrentie” aan moeten gaan met goed georganiseerde commerciële aanbieders.

Deze situaties zorgen er samengevat voor dat er behoefte is aan flexibel betaalbaar en goed georganiseerd onderwijs. Beter inspelen op de behoefte en met teruglopende bekostiging, dat kan alleen als er anders wordt gewerkt.

Niet meer maar slimmer

Op dit moment is het onderwijs georganiseerd langs de lijnen van cohorten, groepen of klassen. Hierbij volgen studenten samen hetzelfde onderwijs waardoor de organisatie en administratieve last te beheersen is. De wens is echter om dit flexibeler en gepersonaliseerd te maken. Dit kan niet als we blijven werken, zoals we werken. Een illustratie met wat cijfers:

  • Een instelling met 40.000 studenten
  • Heeft ongeveer 100 opleidingen met 4 varianten, daarmee 400 examenplannen per jaar.
  • Heeft ongeveer 4.000 groepen en dus 4.000 verschillende roosters.

Een groot deel wordt (deels) handmatig ingevoerd en gepland. Hier zijn al vele tientallen FTE mee bezig.

Als wij hetzelfde zouden blijven doen maar dan op basis van individuele studiepaden en bijbehorende individuele roosters en examenplannen, moeten we de volgende stappen zetten:

  • Van 400 naar 40.000 examenplannen
  • Van 4.000 naar 40.000 roosters

Als wij dit (met teruglopende bekostiging) willen faciliteren, dan is het noodzakelijk om slimmer te werken en meer processen te automatiseren.

Dit werkt natuurlijk niet alleen door in de onderwijslogistiek, maar ook in de coaching en begeleiding die juist intensiever wordt wanneer het gepersonaliseerd onderwijs betreft.

Hoe kan de transitie eruit zien?

Om flexibel betaalbaar onderwijs te organiseren, moeten we onderwijs anders organiseren. Hierbij is het belangrijk om:

  • Dit niet alleen vanuit het onderwijs te doen, maar juist in samenwerking met het werkveld. Helemaal als het gaat om Leven Lang Ontwikkelen (lees hier onze whitepaper over LLO).
  • Er is nieuwe IT nodig die de nieuwe manier van werken kan ondersteunen.
  • Er zijn centrale kaders nodig op inhoud.
  • Het is noodzakelijk om te standaardiseren op onderwijslogistiek om zo een flexibel aanbod te kunnen faciliteren.

Wij gaan in het restant van de blog in op de centrale kaders en de noodzaak om te standaardiseren.

“Een opleiding haalt zijn onderscheidend vermogen niet aan de manier van organiseren, maar hoe zij de inhoud vormgeven en de begeleiding faciliteren."

Centrale kaders om uit te wisselen

Wij zien dat veel nieuwe curricula flexibeler worden opgezet. Hierbij wordt er gewerkt met leerwegonafhankelijke leeruitkomsten en diverse routes door de studie heen. Telkens wordt er gezocht naar een gemeenschappelijk kader om de inhoud te beschrijven zodat:

  • Aangetoond kan worden dat studenten voldoen aan de kwaliteitseisen van een diploma.
  • Studenten het onderwijsaanbod kunnen doorzoeken om zo hun persoonlijke route samen te stellen.

Er zijn in onze ogen nu nauwelijks centrale (inhoudelijke) kaders in het hoger onderwijs. In het MBO zien wij dat hiervoor nu veelal gekeken wordt naar de SBB-kwalificatiedossiers. Wij missen dan ook de regie op dit vlak vanuit bijvoorbeeld de overheid. Pas als er centrale kaders zijn, wordt het uitwisselen van onderwijs ook echt mogelijk voor studenten.

informatiemodel leeruitkomsten en programmatisch toetsen

Aanbod of vraaggestuurd

Om het nieuwe onderwijs te organiseren, zijn er veel discussies over het vraaggestuurde of aanbodgestuurde onderwijs.

Het is in onze ogen belangrijk dat instellingen hierin een duidelijke lijn kiezen. Flexibel betaalbaar onderwijs kan alleen binnen bepaalde kaders. Dit wil zeggen dat er tussen instelling en student duidelijke afspraken zijn over wat wel en niet kan.

Voorbeeld: Een student snapt dat een vak niet ieder jaar aangeboden kan worden als er maar 30 studenten per 2 jaar het vak willen volgen. Zij willen dit graag wel van tevoren weten, zodat zij dan in jaar 2 of 3 van hun studie dit vak kunnen kiezen.

Ons advies is om hier nu al het gesprek over aan te gaan en te kijken welke beloftes je naar studenten kan doen en daarmee binnen de kaders van de onderwijslogistiek en betaalbaarheid kunt blijven. Vervolgens kan op basis van deze beloftes ook besloten worden om meer vraag of aanbod gestuurd te gaan werken.

Samenvattend zien wij dat het onderwijs de transitie in moet zetten om relevant en betaalbaar te blijven voor komende generaties. Hierbij is het belangrijk om anders te gaan werken en samen met de stakeholders (studenten, andere instellingen in de regio, leveranciers en studenten) de stap te zetten naar flexibel betaalbaar onderwijs.

flexibel betaalbaar onderwijs

(1) (https://www.ocwincijfers.nl/sectoren/hoger-onderwijs/kengetallen-wetenschappelijk-onderwijs/studenten/prognose-aantal-studenten-wo) Historische data (https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/37220)

(2) Kamerbrief Vervolg beleidslijnen LLO https://open.overheid.nl/documenten/0390ae78-96bd-42eb-95e7-08f630114518/file

Tags:

flexibel onderwijs
edtech
gepersonaliseerd onderwijs
Share