Stelling 1: De ondersteunende afdelingen zijn volgend voor de opleiding!
Er wordt veel gepraat over hoe we het onderwijs organiseren, maar wie heeft er eigenlijk de leiding? Krijgen de opleidingen en de teams veel vrijheid en zijn de ondersteunende afdelingen écht ondersteunend en kan alles georganiseerd worden zoals van tevoren bedacht was? De consensus was dat om te flexibiliseren, er samenwerking en daarmee kaders nodig zijn. De docent, het team en de opleiding hebben hun vrijheid nodig om goed onderwijs te kunnen geven, maar dat wil niet zeggen dat alles kan.
Tijdens de discussie kwam naar voren dat de crux lijkt te zitten in het met elkaar in gesprek blijven en de mogelijkheid om in elkaars standpunt en werk te verdiepen. Het toewerken naar gemeenschappelijke kaders helpt het onderwijs hierin en geeft ondersteuning om de gemeenschappelijke doelen van goed (georganiseerd) onderwijs te halen.
Stelling 2: Het werkveld moet een grotere rol spelen in het onderwijs in 2028!
De tweede stelling ging over het feit of het onderwijs voldoende voorbereid is op de praktijk en of het werkveld hier wel genoeg bij wordt betrokken. Tijdens de discussie werd duidelijk dat er binnen het MBO al veel borging is op alle lagen. De eindkwalificaties worden bijvoorbeeld afgestemd met het werkveld en er is veel contact met stageorganisaties en de regio’s om te zorgen dat het onderwijs aansluit bij de behoeftes uit de praktijk.
''Het belangrijkste leerpunt is dat onderwijs niet alleen maar op een onderwijslocatie hoeft plaats te vinden, maar dat dit juist in de praktijk kan (en moet) plaatsvinden.’’
Het hoger onderwijs kan hier wellicht nog wat van leren, bijvoorbeeld door het werken met living labs. Een living lab is een concept waarbij nieuwe ideeën worden ontwikkeld door verschillende betrokkenen en in een bestaande context wordt getest. Daarnaast is het voor het hoger onderwijs belangrijk om stagebedrijven intensiever te betrekken bij het onderwijs. Het belangrijkste leerpunt is dat onderwijs niet alleen maar op een onderwijslocatie hoeft plaats te vinden, maar dat dit juist in de praktijk kan (en moet) plaatsvinden.
Eén kanttekening die werd gemaakt tijdens de discussie is dat het werkveld soms wat kortzichtig kan zijn. Zij hebben NU iets nodig en niet pas over een paar jaar, terwijl een verandering in het onderwijs pas zichtbaar is bij de afgestudeerden over drie tot vijf jaar. Om een consistente lijn te houden in het onderwijs is het dus noodzakelijk om hier als opleiding regie over te houden.